Historische gebouwen zijn kwetsbaar voor brand. Ondanks diverse verwoestende branden in de afgelopen jaren krijgt brandveiligheid nog te vaak niet de aandacht die het verdient.
De huidige wet- en regelgeving draagt nauwelijks bij aan het behoud van monumenten, de brandweer neemt geen onnodige risico’s en verzekeraars stellen weinig eisen. Sprinkler- en watermistsystemen worden nog te weinig toegepast in historische gebouwen, terwijl deze voorkomen dat een brand uitgroeit tot een verwoestende brand. Gebouweigenaren, gebruikers en beheerders beschikken niet altijd over de juiste kennis en middelen, met als gevolg het ontbreken van een duidelijke visie of strategie voor brandveiligheid van het gebouw. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ontwikkelt informatie om eigenaren en gebruikers te informeren over het toepassen van sprinkler- en watermistsystemen in historische gebouwen. Dat kan hen helpen bij het maken van bewustere keuzes.

Risico’s op brand
Eigenaren onderschatten vaak de brandrisico’s van historische gebouwen. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld het afwijkende gebruik van het gebouw zoals voor evenementen of horeca, verouderde elektrische installaties, kortsluiting en blikseminslag. Ook verduurzamingsmaatregelen zoals zonnepanelen, het gebruik van energieopslagsystemen en isolatiematerialen vormen een risico. Bij renovaties ontstaan extra risico’s door het gebruik van open vuur en vonkvorming, terwijl steigers buiten, vaak voorzien van waterdichte afscherming, de brandbestrijding bemoeilijken. Ook leegstand vormt een serieuze bedreiging, want brandstichting ligt op de loer.
In kerken vormen slecht bereikbare ruimten, brandende kaarsen en de opslag van (brandbare) materialen, bijvoorbeeld de kerstversiering, belangrijke risico’s. Buitenplaatsen, kastelen en musea bevatten waardevolle interieurs en collecties, en hebben vaak complexe indelingen en lange evacuatieroutes. Molens zijn zeer brandgevoelig vanwege hun houten constructies, stofophoping en rieten kappen. De vaak afgelegen ligging kan brandbestrijding extra moeilijk maken.
Brandveiligheid van historische gebouwen
Veel historische gebouwen voldoen niet aan de moderne brandveiligheidsnormen. Dat hoeft ook niet volgens de wet- en regelgeving. Maar een brand kan wel grote cultuurhistorische én economische schade veroorzaken. Er zijn veel voorbeelden uit binnen- en buitenland van erfgoed dat door brand is verwoest. Iedereen kent de verwoestende brand in de Notre-Dame. Minder bekend is dat tussen 2010 en 2020 in Nederland zeker 430 kerken en kloosters zijn getroffen door kleine tot zeer grote branden. Bij 38 van deze gebouwen ging het om een zeer verwoestende brand.
De eigenaar is verantwoordelijk voor de brandveiligheid waarbij primair geldt het voorkomen van slachtoffers. Veel gebouweigenaren zijn zich niet van bewust dat de bescherming van monumenten geen onderdeel is van de bouwregelgeving. Ze laten zich vrijwel uitsluitend leiden door wat wettelijk verplicht is.


Om de eigenaren bewuster te maken dat zij het verschil kunnen maken, is meer kennis nodig, ook van andere partijen zoals adviseurs en brandweer. Om brandveiligheidsrisico’s van historische gebouwen in kaart te brengen, zijn er diverse hulpmiddelen beschikbaar die zich met name richten op het voorkomen van brand. Dat is uiteraard een goed begin, het opstellen van een brandveiligheidsvisie — wat is acceptabel en wat niet wanneer daadwerkelijk brand ontstaat — begint met een gedegen risico-inventarisatie en -analyse. Eigenaren kunnen zelf risico’s identificeren, een brandveiligheidsexpert kan hierbij ook helpen.
Doelgerichte brandveiligheid
Al jarenlang is de tendens om brandveiligheid doelgerichter toe te passen. Niet het strikt volgen van regels staat centraal, maar het nemen van maatregelen op basis van daadwerkelijke risico’s. Die methode blijkt ook goed toe te passen bij historisch erfgoed. Brandveiligheid bij historische gebouwen vereist namelijk maatwerk en een andere denkwijze. Het vroegtijdig inschakelen van experts, het opstellen van een integrale brandveiligheidsstrategie en samenwerking met de brandweer kunnen schade beperken en het behoud van erfgoed waarborgen.
Rol van sprinklers en watermist in brandveiligheid
Wanneer het doel is een historisch gebouw te beschermen tegen brand, is een maatregel die de bron, de brand, automatisch bestrijdt zeer effectief. Sprinklerinstallaties en watermistinstallaties zijn automatische blusinstallaties, ontworpen om brand vroegtijdig te detecteren, te signaleren en automatisch te bestrijden. Het systeem gebruikt water als blusmiddel, waarbij water over de brandhaard en de omgeving wordt gesproeid om het verbrandingsproces te stoppen en uitbreiding te voorkomen.
Watermistinstallaties maken ook gebruik van water. Onder hoge druk en met speciale sproeiers wordt het bluswater zeer fijn verneveld. En dat onttrekt snel warmte aan de brand en verdringt lokaal zuurstof door stoomvorming. Sprinklers en watermist zijn een waardevolle oplossing voor brandpreventie en -beheersing, vooral in gebouwen waar schadebeperking van groot belang is. Vaak wordt de brand zonder tussenkomst van mensen automatisch geblust.
Hoewel sprinklers dus de schade door brand aanzienlijk kunnen beperken, worden ze echter in historische gebouwen nog relatief weinig toegepast. Een gemiste kans, aangezien een brandweerinterventie – als die al mogelijk is –door vertraging minder effectief is.
Sprinklerinstallaties in kerken
Zo’n 300 monumenten, met name kerken, hebben, gedeeltelijk een (al dan niet automatische) sprinklerinstallatie in de toren en/of kap. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog, tot halverwege de jaren ’80, is in opdracht van (de voorloper van) het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, een selectie gebouwen uitgerust met een brandblusinstallatie. Voorbeelden zijn de Sint-Servaasbasiliek en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Maastricht, de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag en de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Het was rijksbeleid om belangrijke monumenten, vooral kerken, van een sprinklerinstallatie te voorzien. De kosten hiervan werden volledig door de overheid gedragen. Groot onderhoud werd eveneens door de rijksoverheid bekostigd; klein onderhoud kwam voor rekening van de eigenaar.
Uit archiefonderzoek blijkt dat de oudere installaties bij aanleg vrijwel allemaal automatische sprinklerinstallaties waren. De bluswatervoorziening bestond meestal uit één of meerdere bronpompen, aangedreven door een benzinemotor die door de brandweer werd bediend.
De niet-automatische installaties beschikken meestal over een bluswateraansluiting ergens in de kerk, waar de brandweer het benodigde bluswater aanlevert via een aantal koppelingen. Achter deze brandweeraansluiting bevindt zich de droge alarmklep. Vanaf dat punt loopt een leiding naar boven. Doorgaans is er een aparte leiding voor de toren; soms zijn er meerdere secties voor verschillende delen van de kerk. Onder het dak bevindt zich een leidingnet, meestal aangelegd als ringleiding. Vanuit deze ringleiding lopen sprinklerleidingen naar de nok, waarop de sprinklerkoppen zijn gemonteerd. Deze sproeien een groot deel van het bluswater tegen de dakconstructie.
Status
In de loop der jaren bleef het noodzakelijke onderhoud achterwege. Veel van de oude sprinklerinstallaties verkeren inmiddels in een niet betrouwbare staat, en zijn soms buiten gebruik gesteld of zelfs verwijderd.
Door kerkbranden van de aflopen jaren in binnen- en buitenland is er opnieuw aandacht voor sprinklerinstallaties. Bij restauraties wordt steeds vaker rekening gehouden met brandveiligheid en sommige installaties zijn dan ook (opnieuw) geautomatiseerd.
Moderniseren sprinklerinstallatie
Om de kerk optimaal te beschermen tegen brand, dient de bestaande niet automatische installatie te worden omgebouwd tot een automatische sprinklerinstallatie. Een eigen watervoorziening kan een afbrandscenario voorkomen. Om dit te realiseren moet de status van de huidige installatie in kaart worden gebracht. Mogelijk moeten (delen van) de leidingen, sprinklerkoppen en andere componenten worden vervangen. Een inspectie met een camera kan daarbij helpen. Daarnaast is het noodzakelijk een automatische watervoorziening te realiseren. Daarvoor moeten een bluswatervoorziening worden geïnstalleerd. Het is wellicht mogelijk om de oorspronkelijke situatie te herstellen met behulp van moderne technieken. Bestaande waterbronnen kunnen mogelijk opnieuw in gebruik worden genomen of een nieuwe waterbron kan worden geboord. Dit is doorgaans de grootste kostenpost in dit proces.
Het is aan te bevelen om ook specifieke ruimten binnen de kerk waar bijzondere cultuurhistorische objecten staat, zoals het orgel, of een verblijfsruimte, van sprinklers te voorzien.
Indien volledige automatisering van het systeem (financieel) niet mogelijk blijkt, is plan B dat de bestaande installatie wordt gerenoveerd en geoptimaliseerd. De aansluitingen voor de brandweer zijn daarbij op een veilige en goed toegankelijke locatie geplaatst. Bovendien moet de brandweer de garantie hebben dat zij snel over voldoende bluswater kan beschikken. Elke seconde die verloren gaat bij het daadwerkelijk ‘water op het vuur’ brengen, verkleint namelijk de kans op succesvolle brandbestrijding.
Goed voorbeeld
Gelukkig maakt een aantal eigenaren bewustere keuzes voor het behoud en dus bescherming van cultureel erfgoed. Bijvoorbeeld de gemeente Deventer die de Lebuïnuskerk, een gotische hallenkerk, weer voorzien heeft van een betrouwbare sprinklerinstallatie met een bluswatervoorziening. De kerk is eigendom van de Protestantse Kerk, terwijl de toren in bezit is van de gemeente Deventer. De kerk bevat veel monumentale waarden waaronder een romaanse crypte, muurschilderingen van vóór de Reformatie, en bepleisterde kruis-, ster- en netgewelven met profane en religieuze afbeeldingen, waarvan sommige al in de eerste helft van de 14e eeuw zijn aangebracht. Ook het orgel en het carillon zijn van grote waarde.



De kerktoren is 62,5 meter hoog; de tweede omgang bevindt zich op 46 meter hoogte. In 2021 is de installatie omgebouwd tot een automatische sprinklerinstallatie. Het bluswater wordt geleverd door een bronpomp, die tevens wordt gebruikt door de brandweer als watervoorziening voor de binnenstad.
Draag bij aan behoud van cultureel erfgoed
De brandveiligheid van onze historische gebouwen verdient meer aandacht. 100% brandveiligheid bestaat niet, en het is een illusie te denken dat er voldoende middelen zijn om alle monumenten uit te rusten met sprinklers of watermistsystemen. Wat géén illusie is en een haalbare werkelijkheid kan worden, is dat eigenaren van historische gebouwen brandveiligheid hoog op de agenda zetten. Dat zij bewust kiezen welke gevolgen van brand ze wél en welke ze absoluut níet willen accepteren.
Op de Kennisbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verschijnt later een kennisartikel over sprinklers en watermist.
Auteurs:
- Renate van Leijen werkt als specialist Veilig erfgoed bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
- John van Lierop werkt voor de Verenigde Sprinkler Industrie en European Fire Sprinkler Network
Dit artikel verscheen in Brandveilig.com van juni 2025