Sprinklers: niet omdat het moet, maar omdat u het wil
Bijna geen maatregel is zo effectief tegen brand als sprinklers. Toch wordt deze vorm van preventie maar relatief weinig toegepast. Dat komt voornamelijk doordat de voordelen niet altijd worden erkend en omdat sprinklers maar in weinig situaties verplicht zijn. Ook een gebrek aan kennis over de toepassingen speelt een belangrijke rol. Om die reden kwamen tal van deskundigen met verschillende achtergronden op 23 januari bijeen tijdens het VSI seminar ‘Waardering van sprinklers’.
Tijdens dit evenement delen verschillende partijen, waaronder autoriteiten, verzekeraars, adviesbureaus en gebouweigenaren, informatie met elkaar over de diverse mogelijkheden en voordelen van sprinklerinstallaties. Algemeen Voorzitter van de Federatie, Boele Staal, opende het seminar met de mededeling trots te zijn zoveel belanghebbenden bij elkaar te hebben. Want het maken van de juiste keuzes is volgens hem niet altijd makkelijk. “Er is veel kennis en ervaring nodig om een verandering teweeg te brengen, zodat sprinklers niet meer alleen worden toegepast als dat wettelijk verplicht is. En die verandering is hard nodig omdat de betreffende wet- en regelgeving vaak niet toereikend is. Die beoogt bijvoorbeeld geen schadebeperking, continuïteit en duurzaamheid, terwijl dergelijke zaken wel heel relevant zijn voor de verzekeraar, de eigenaar en de gebruiker van een gebouw. De Federatie pleit voor een integrale en risicogerichte benadering van brandveiligheid. Dat betekent ook meebewegen met de veranderingen die het gevolg zijn van de energietransitie. Zonnepanelen en thuisbatterijen brengen nieuwe risico’s met zich mee, waar de wet- en regelgeving voorlopig nog geen rekening mee houdt. Sprinklers winnen dan al snel aan belang. Daarnaast mogen we de vele voordelen niet vergeten, zoals meer veiligheid voor BHV-ers en brandweer en kostenbesparingen doordat bepaalde bouwkundige voorzieningen achterwege kunnen blijven.”
Trage wet- en regelgeving
De wet- en regelgeving zou eigenlijk continu aangepast moeten worden. Maar in de praktijk kan dat heel lang duren. Sjoerd Bakx van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties legde uit hoe dat komt. Hij begon zijn presentatie met een terugblik naar de eerste bekende ‘bouwregelgeving’ en nam het publiek vervolgens mee in de ontwikkeling van bouwregelgeving naar het huidige Besluit Bouwwerken Leefomgeving. “Het begint elke keer met een idee. Binnen het ministerie wordt gekeken of het een goed idee is en wat de consequenties kunnen zijn als het idee in wetgeving wordt omgezet. Vervolgens wordt een wetsvoorstel geschreven dat aan de Raad van State wordt voorgelegd. Dan volgt nog goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer en pas dan kan de koning zijn handtekening eronder plaatsen. In de tussentijd heeft veel overleg plaatsgevonden met de betreffende sectoren en andere departementen. Soms wordt er vooral vanuit de media een hoge druk op de besluitvorming gelegd. Dat zagen wij bijvoorbeeld na de brand in de Grenfell Tower in Londen in 2017. Toen moest er zo snel mogelijk een verbod komen op vergelijkbare gevelmaterialen. Dat lijkt logisch, maar zo’n verbod is in de praktijk niet zomaar even door te voeren.” Met het eventueel verplicht stellen van sprinklers, is het volgens Bakx niet anders. “Zo zijn we al drie jaar bezig met een tweede aansluitpunt voor droge blusleidingen. Wel zijn sprinklers inmiddels verplicht in parkeergarages onder specifieke slaapfuncties. Maar momenteel wordt vooral gekeken naar de brandveiligheid van buitengevels om een herhaling van de Grenfell Tower te voorkomen. Ook het gevaar van zonnepanelen heeft alle aandacht.” Bakx zei altijd open te staan voor ideeën vanuit de verschillende sectoren. “Neem gerust contact op!”
Gevolgen van verduurzaming
Gebouwen veranderen. Kantoorgebouwen worden woningen en bestaande gebouwen worden verduurzaamd met extra isolatie en zonnepanelen. Ruud van Herpen van de Technische Universiteit Eindhoven vertelde over de gevolgen van deze ontwikkeling voor de brandveiligheid en over hoe sprinklers een deel van de oplossing kunnen zijn. Zo zorgen zogenoemde PV-panelen voor een tweemaal zo hoog brandrisico. Vooral als ze in, in plaats van op het dak worden gemonteerd. Hetzelfde geldt voor optopping en biomaterialen. “We kunnen ons afvragen of we niet te snel gaan met de energietransitie. De huidige voorschriften zijn nog lang niet geschikt voor innovatieve gebouwen.” Van Herpen toonde enkele voorbeelden van gebouwen waar door toepassing van nieuwe materialen een op zich kleine brand verwoestende gevolgen had. De oplossing is compartimentering van de buitengevel, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ook de Grenfell Tower had zogenoemde Fire Stops, maar die vielen uit tijdens de brand. Innovatieve gebouwen zitten vol potentiële ontstekingsbronnen. Denk maar aan een houten afwerking. Je zou daar een brandvertragende beschermingslaag op kunnen aanbrengen, maar dat wil de architect meestal niet. Compartimentering is een andere oplossing, maar die blijkt in de praktijk dus nogal eens te falen. Sprinklers zijn een effectief middel om een brand beheersbaar te houden. Duurzaamheid kan daarbij een goed argument vormen, want hoe duurzaam is het als een gebouw geheel door brand verwoest wordt en herbouwd moet worden?”
Sprinklers versus dure brandkleppen
Daan Jansen van Royal HaskoningDHV ging in op de positieve invloed van sprinklers op de rookontwikkeling bij brand. Sinds 2021 is er een nieuwe norm (NEN 6075) voor rookwerendheid en die heeft nogal wat consequenties voor de bouw. Zo moet de brandklep in kanalen met smeltlood plaats maken voor een gestuurde brandklep. Een en ander maakte het interessant om te onderzoeken wat sprinklers kunnen bijdragen aan beperking van rookverspreiding. Daarbij werd eerst gekeken of deze maatregel haalbaar is. Vervolgens werd het effect bestudeerd met sprinklers die reageren op respectievelijk 57°C en 68°C. Dat sprinklers een positieve invloed hebben op de beperking van rookontwikkeling en verspreiding kwam daarbij onomstotelijk vast te staan. Door koeling van de lucht zal het drukverschil met de andere ruimtes beperkt worden en kan met de reguliere ventilatie de rook afgevoerd worden. Gebleken is ook dat het effect sterk afhangt van de ventilatie in het gebouw. Als alles goed op elkaar is afgestemd, wordt met sprinklers voor 57°C het beste resultaat bereikt. Diverse maatregelen uit de NEN 6075 zouden dan in principe achterwege kunnen blijven.
Brandrisico’s bij houten gebouwen
De laatste jaren wint hout aan populariteit als bouwmateriaal. Zelfs hoge woongebouwen worden vervaardigd van deze als zeer brandbaar bekende stof. Ernst Rijkers van adviesbureau EFPC ging in op de gevolgen voor de brandveiligheid en hoe de risico’s met sprinklers zijn te beteugelen. Hiervoor is de werkgroep ‘NTA Brandveilig bouwen met hout’ in het leven geroepen. Deze bestudeert de mogelijke gevolgen van een brand in een houten gebouw, welke hout- en lijmsoorten het beste gebruikt kunnen worden en welke extra brandveiligheidsmaatregelen getroffen moeten worden. Voor sprinklers blijkt het niet uit te maken of een gebouw van steen of van hout is. In beide gevallen zorgen de sprinklers er voor dat een brand niet escaleert. Sprinklers kennen ook aandachtspunten, zoals een vertraagde activatie bij smeulbranden. Daarvoor blijven ook andere maatregelen noodzakelijk. Een andere uitdaging ligt op het vlak van esthetica. Houten bouwwerken hebben vaak een hoogwaardige architectuur en dan worden stalen leidingen in het zicht echt niet geaccepteerd. Worden sprinklers wel toegepast, dan blijft een inspectie op bouwkundige, installatietechnische en organisatorische kenmerken noodzakelijk. Rijkers adviseerde tot slot te kiezen voor reguliere sprinklers en niet voor watermist. Dit vooral vanwege de grotere ontwerpvrijheid.
Overheid versus gebouweigenaren
Björn Peters van DGMR ging nog eens in op de verschillende belangen van overheid en gebouweigenaren. Tot die laatste behoren bedrijfscontinuïteit en schadebeperking. De overheid vindt het vooral belangrijk dat er geen slachtoffers vallen en dat de brand zich niet naar de omgeving uitbreidt. Op dat laatste is het wettelijk kader gericht. Sprinklers kunnen heel sterk bijdragen aan beperking van de brand- en schade en zouden volgens Peters daarom niet alleen toegepast moeten worden als dat wettelijk verplicht is. Sprinklers ondersteunen bovendien de wettelijk vastgelegde eisen voor brandveiligheid. Een risicogerichte benadering is hier meer op zijn plaats, waarbij sprinklers zeker een belangrijke rol kunnen vervullen in het beperken van de gevolgen van brand, alhoewel je dan ook aandacht zou moeten besteden aan de afvoer van bluswater. Peters ging ook uitgebreid in op andere brandveiligheidsvoorzieningen. Hij adviseerde om naar ‘laaghangend fruit’ te kijken en te kiezen voor een evenwichtige combinatie van maatregelen. Voor schadebeperking en bedrijfscontinuïteit is het veel effectiever om te kiezen voor kansbeperkende maatregelen in plaats van effectbeperkende maatregelen. Daarbij dient rekening gehouden te worden met mensen met een beperking. Die kunnen wel tot 35% meer tijd nodig hebben om een brandend gebouw te ontvluchten. De bouwregelgeving houdt hiermee geen rekening. Tot slot werd gesproken over de brandrisico’s van moderne gevelmaterialen en duurzame gebouwen. Het komt wel eens voor dat het volledig afbranden van een gebouw als acceptabel risico wordt beschouwd. Hij pleitte voor een meer vloeiende overgang van de brandveiligheidseisen voor gebouwen tussen de 20 en de 70 meter en hij sprak zijn hoop uit voor het ontwikkelen van een norm voor doelgerichte brandveiligheid bij hogere gebouwen.
Inspectiesysteem
Willem van Oppen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid ging dieper in op de vraag wat een product betrouwbaar maakt. Dat hangt niet alleen van het product zelf af, maar ook van de manier waarop het is toegepast. Beheer en onderhoud zijn noodzakelijk om de betrouwbaarheid te borgen. In Nederland is dat allemaal goed geregeld. Installaties dienen volgens strenge normen uitgevoerd worden, waarna een onafhankelijke inspectie volgt. Maar ook dan is er nog geen sprake van absolute veiligheid. Ook andere brandveiligheidsvoorzieningen dienen feilloos te functioneren en dan zijn er nog de nodige organisatorische maatregelen vereist. Dankzij het goede inspectiesysteem kan de verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever of gebruiker van het gebouw worden neergelegd.
Parkeergarages
Steeds vaker krijgen woon- en kantoorgebouwen een ondergrondse parkeergarage. David den Boer van Peutz sprak over de risico’s daarvan. Er waren al brandveiligheidseisen voor parkeergarages, maar die hadden geen relatie met de functie van het gebouw boven de garage. Tegenwoordig is het verplicht om een automatische en gecertificeerde blusinstallatie te hebben in parkeergarages onder slaapgebouwen boven de 13 meter. Zo kan worden voorkomen dat de brand overslaat naar andere auto’s en een bedreiging gaat vormen voor de bewoners en het gebouw. Waar onvoldoende rekening mee wordt gehouden is dat in moderne auto’s steeds meer brandbare materialen worden gebruikt. Daarnaast is het brandrisico gewijzigd door de komst van elektrische auto’s. De kans op een dergelijke brand is weliswaar zeer klein (1-5:10.000), maar als zo’n brand ontstaat is deze nauwelijks te blussen. Ook met een sprinklerinstallatie is kans op blussen niet gegarandeerd, maar wordt de brand beperkt tot één voertuig. Het is van belang hier rekening mee te houden, zeker gezien het feit dat er vanaf 2030 alleen nog elektrische auto’s verkocht mogen worden.
Brandweerpraktijk
Arjen Barreveld en Joost Ebus van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid sloten het seminar af met voorbeelden uit de brandweerpraktijk. In een ideale situatie zijn gebouw, sprinklersysteem en gebruik perfect op elkaar afgestemd. De sprinklers werken voor 100% en iedereen weet precies hoe er gehandeld moet worden. Kort na het incident kan de sprinklerinstallatie weer in bedrijf worden gesteld. Maar wat is nu in de praktijk? Wat is het handelingsperspectief brandbestrijding in een gebouw waarin sprinklers zijn geactiveerd? Hoe weet de brandweer waar de brandhaard precies is en of het verantwoord is om daar naartoe te gaan? De brandweer wordt volgens Barreveld vaak beschouwd als de oplosser van alle problemen. De publicatie ‘Bestrijding van brand in een bouwwerk met sprinklerinstallatie’ van het NIPV helpt juist bij bewuster handelen door de brandweer. Voor een veilig en effectief brandweeroptreden zijn verschillende aspecten van belang. De sprekers illustreerden het handelingsperspectief aan de hand van uitgebreide schema’s, die meteen ook duidelijk maken wat er zoal mis kan gaan. NIPV gaat de publicatie aanbieden voor leerstof en vertrouwd erop dat gebouweigenaren gestimuleerd worden om gerichter maatregelen te nemen voor een veiligere inzet van de brandweer.
Het seminar was een initiatief van de Verenigde Sprinkler Industrie – onderdeel van Federatie Veilig Nederland. Dagvoorzitter Maarten de Groot sloot het seminar af met een dankwoord aan de Federatie Veilig Nederland voor hun initiatief van het seminar. In het bijzonder ook de inzet van de leden van de VSI programmaraad: Arjan ten Broeke van Johnson Controls, Henk van der Vaart van SPIE Fire Protection & Security en Remi Swart van Victaulic Europe.
Presentaties
Hieronder ziet het programma van 23 januari met het overzicht van de sprekers. Klik op de presentatie titel en de hand-outs kunnen worden gedownload.
09:00 | Inloop en ontvangst | ||
---|---|---|---|
09:30 | Welkom en opening | Boele Staal | |
09:35 | Inleiding in onderwerp: Sprinkler, gelijkwaardigheid en waardering | Maarten de Groot | Dagvoorzitter |
09:40 | Ontwikkelingen rondom Besluit bouwwerken leefomgevingOntwikkelingen rondom Besluit bouwwerken leefomgeving | Sjoerd Bakx | Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
10:10 | Gebouwtransitie en energietransitie | Ruud van Herpen | Technische Universiteit Eindhoven |
10:40 | Pauze | ||
11:10 | Rookcompartimenten en sprinklers | Daan Jansen | Royal Haskoning DHV |
11:40 | Impact bouwen met hout | Ernst Rijkers | EFPC |
12:10 | Lunch | ||
13:00 | Hogere bouw en bewuster kiezen voor brandveiligheid | Björn Peters | DGMR |
13:30 | Betrouwbaarheid van sprinklers | Willem van Oppen | Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid |
14:00 | Pauze | ||
14:30 | Beveiligen van kleinere parkeergarages met sprinklers | David den Boer | Peutz |
15:00 | Procedure van brandweer in gebouwen met sprinklers | Joost Ebus en Arjen Barreveld | NIPV |
15:30 | Netwerkborrel | ||
16:30 | Afsluiting |
Alle sprekers van het VSI Seminar 23 januari 2024