Back to Top
Rookverspreiding en persoonlijke veiligheid

De snelle verspreiding van (giftige) rook is de belangrijkste oorzaak van slachtoffers bij brand in gebouwen. Wat zijn de risico’s van rookverspreiding voor het vluchten en voor het stay-in-place-concept? Kunnen deze risico’s worden beperkt door aanvullende voorzieningen? Dat onderzocht NIPV in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

In het onderzoek zijn de volgende vragen beantwoord:

  1. Wat is het risico van rookverspreiding in de (extra) beschermde vluchtroute voor een ontvluchtingsconcept en hoe kan dit risico worden gereduceerd?
  2. Wat is het risico van rookverspreiding tussen brandcompartimenten bij een stay-in-place-concept en hoe kan dit risico worden gereduceerd?
  3. Welke betrouwbaarheid van rookwerende scheidingsconstructies en brandwerende draag- en scheidingsconstructies van de brandcompartimenten is nodig voor een veilig verblijf van gebouwgebruikers bij een stay-in-place-concept?

Ontvluchtingsconcept

Voor het vluchten is zicht in de vluchtroute meestal de bepalende factor. De risico’s van rookverspreiding nemen toe naarmate de doelgroep kwetsbaarder is. Hoe kwetsbaarder de doelgroep, des te korter de beschikbare veilige tijd om te vluchten. Dit terwijl de veilige tijd die nodig is om te vluchten voor de (zeer) kwetsbare doelgroep toeneemt.

Bronmaatregelen blijken effectiever dan effectmaatregelen te zijn om rookverspreiding te beperken. Uit het onderzoek komt naar voren dat een combinatie van bron- en effectmaatregelen (sprinklerinstallatie, trage brandontwikkeling en interne luchtdichtheid) nodig is om de risico’s van rookverspreiding bij het vluchten voor alle doelgroepen voldoende te beperken.

Stay-in-place-concept

Verspreiding van verstikkende gassen tussen brandcompartimenten is voor het stay-in-place-concept de bepalende factor. Ook hier nemen de risico’s toe naarmate de doelgroep kwetsbaarder is. Dit terwijl een stay-in-place-concept het meest geschikt lijkt te zijn voor personen die bij brand niet fysiek in staat zijn om te vluchten (zeer kwetsbare doelgroep). De betrouwbaarheid van het stay-in-place-concept is (fors) lager dan die van het ontvluchtingsconcept. De huidige brandveiligheidsvoorzieningen van het Bouwbesluit/Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zijn niet toereikend voor een stay-in-place-concept.

Ook bij stay-in-place is de combinatie van bronmaatregelen (tragere brandontwikkeling en sprinklerinstallatie) en effectmaatregelen (verbeterde interne luchtdichtheid) het meest effectief voor alle doelgroepen. Maar bij geen enkele (combinatie van) maatregel(en) kan voor de zeer kwetsbare doelgroep een beschikbare veilige verblijftijd van minimaal 90 minuten worden behaald.

Met de huidige eisen voor de brandwerendheid van scheidings- en draagconstructies (bezwijken en WBDBO (= weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag)) wordt voor het stay-in-place-concept een lagere betrouwbaarheid bereikt dan voor het ontvluchtingsconcept. Om een gelijke mate van betrouwbaarheid te bereiken moeten de eisen voor scheidings- en draagconstructies met 30 minuten worden verhoogd ten opzichte van de huidige eisen uit het Bouwbesluit/Bbl. 

Download het rapport