Back to Top
Aanbevelingen VSI voor gebruik van biodiesel in sprinklerpompsets

De VSI ontvangt regelmatig vragen over het gebruik van biodiesel in sprinklerpompsets en heeft daarom een aantal adviezen op een rij gezet. In Technisch Bulletin 77B “Pompsets voor VBB-systemen” van 1 december 2020, worden eisen gesteld waaraan de brandstof moet voldoen. 

Brandstof sprinklerpompsets
Het is essentieel dat de motor van de sprinklerpompset goed functioneert. Daarom zijn er eisen gesteld aan de kwaliteit van de brandstof en is (preventief) onderhoud verplicht. Een niet optimale functionering van de werking van de installatie door vervuiling kan hiermee worden voorkomen.

Technisch Bulletin 77B ‘Pompsets voor VBB-systemen’ (TB77B) vermeldt in paragraaf 11.5 brandstof:  

De kwaliteit van de toe te passen brandstof moet altijd aan EN 590 voldoen. Er zijn inmiddels ook motoren waarin brandstof gebruikt kan worden die voldoet aan de NEN-EN 15940:2016 + A12019 + C1:2019.’

En daarnaast: 

‘De brandstoftank en eventuele voorraadtanks moeten zodanig worden opgesteld dat ze niet aan direct zonlicht (opwarming) of andere warmtebronnen worden blootgesteld. Tevens geldt dat geen onnodig grote hoeveelheden brandstof moeten worden opgeslagen (niet meer dan volume dat in één jaar gedurende testen wordt gebruikt).’

Wat is Biodiesel?
Biodiesel is een type biobrandstof die gemaakt wordt uit plantaardige olie en/of dierlijk vet. Biodiesel wordt ook toegepast in een mengvorm met uit aardolie verkregen diesel.

Reguliere diesel (dus ook die bij de pomp) bevat ca. 7% biodiesel. Dit wordt aangeduid met B7, waarbij de 7 staat voor het percentage biodiesel dat is toegevoegd. De diesel die het tankstation levert, bevat dus al een fractie biodiesel. Dit is overigens bij brandstof met de oude aanduiding NEN-EN590 ook al jaren het geval.

Biodiesel, ook bijgemengd, is niet onbeperkt houdbaar. Bederf is herkenbaar aan sludgevorming.

Vervuilingen in de praktijk
In situaties waar (grote hoeveelheden) brandstof buiten de pompkamer is/zijn opgeslagen, kunnen problemen ontstaan. Door de relatief lange doorlooptijd veroudert de brandstof. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de brandstof. 

De onderhoudsafdelingen van de pompleveranciers komen in de praktijk zelden vervuiling tegen.  Voor de Nederlandse markt is de inschatting ca. 0,1% van de pompsets. Het aantal gevallen van vervuiling neemt echter wel toe, sinds er biodiesel wordt bijgemengd in EN 590/B7 brandstof.

Deze vervuiling manifesteert zich als een dikke, ”snot-achtige sludge” die ervoor zorgt dat het brandstoffilter dicht kan slibben. Zie hieronder een afbeelding van een brandstoffilter met sludge.

Er zijn overigens weinig redenen tot zorg over de bedreigingen van de pompsets, zolang de onderhoudsvoorschriften worden gevolgd. In de voorschriften staan eisen zoals het vervangen van filters, test intervallen, controleren van brandstof en het vervangen van brandstof.

Adviezen VSI

1. Opslag diesel

Opslag van (te veel) brandstof vormt in de praktijk de grootste oorzaak van de problemen. Opdrachtgevers hebben een te grote voorraad en wijken daarmee af van de TB77 norm: ‘geen onnodig grote hoeveelheden brandstof moeten worden opgeslagen’. Vaak kiezen opdrachtgevers naast de ‘dagtank’, de brandstoftank op de pompset, voor een extra voorraadtank, zonder te beseffen dat er rekening moet worden gehouden met het aandeel biodiesel.

Verbruik
Dagtanks (gebouwd op de pompsets) hebben een inhoud waarmee de motoren (op vol vermogen) 6 à 8 uur kunnen draaien. Wekelijks testen gebeurt ca. 30 minuten per motor. Als een erkende installateur de test uitvoert mag dat eenmaal per 2 weken.

2. Schoonmaken van de brandstof

Voor het reinigen/schoon houden van de brandstof in de dagtank en/of voorraadtank kan een zogenaamde ‘polisher’ toegepast worden. Deze polisher filtert alle verontreinigingen/sludge groter dan 10 µm uit de brandstof en separeert het water met een efficiency van 95% volgens ISO CD 16332. De polisher wordt naast of boven de (dag)tank geplaatst en zuigt door een zuigbuis die is geplaatst in een vrije sokaansluiting op de tank. Na filtratie/separatie wordt de brandstof weer in de tank retour gepompt, zodat de brandstof circuleert over de polisher. Door plaatsing boven het brandstofniveau is geen antihevel klep benodigd. De polisher werkt volautomatisch, maar moet wel periodiek handmatig afgetapt worden. 

3. Alternatieve brandstof

Er zijn alternatieve brandstoffen zoals bijvoorbeeld Gas To Liquid (GTL) en Hydrotreated Vegetable Oil (HVO) beschikbaar. GTL wordt geproduceerd uit aardgas in plaats van aardolie. HVO is geproduceerd op basis van met waterstof behandelde plantaardige oliën en restafval, zoals dierlijke vetten. Dit geeft minder NOx uitstoot en minder roetvorming en is beter voor het milieu. 

Er zijn echter wel wat beperkingen. Omdat het octaangehalte van GTL en HVO lager ligt dan bij dieselolie volgens de NEN-EN 590 norm, leveren de motoren minder vermogen. 

Nieuwe installaties
Bij de keuze van nieuwe sprinklerpompsets dient rekening te worden gehouden dat de dieselmotor set voldoende vermogen levert met de alternatieve brandstof.

Bestaande sets
Laat onderzoeken of de dieselmotor met de alternatieve brandstof voldoende vermogen levert voor de bestaande pomp. Daarnaast dient de dieselmotor beoordeeld te worden op geschiktheid voor de alternatieve brandstoffen.