Een pompkamer dient voorzien te worden van ventilatieroosters. Met name wanneer er een diesel gedreven pompset geïnstalleerd is, worden in de wanden van de pompkamer twee of meer ventilatieroosters geplaatst. Deze lamellen roosters zijn niet brandwerend. De ventilatieroosters hebben twee functies. De eerste is zorgen voor de toevoer van voldoende verse lucht voor de dieselmotor. Zonder goede lucht kan de motor namelijk niet optimaal functioneren. Ten tweede dienen de roosters er voor te zorgen dat de temperatuur in de pompkamer niet te hoog oploopt. Een dieselmotor levert, boven 400C, minder vermogen en de kans is dat de geëiste prestaties niet worden gehaald.
FAQ
Welke eisen rondom brandwerendheid worden aan sprinklerpompkamers gesteld?
De sprinklernorm EN-NEN 12845 + NEN 1073 stelt eisen aan de brandwerendheid van de sprinklerpompkamer. De NEN 1073 ‘verduidelijkt’ dit naar WBDBO volgens de NEN 6068.
Ventilatieroosters zijn niet brandwerend. Hoe past dat bij de WBDBO eisen?
In de praktijk blijkt er verwarring over pompkamers en het voorzien van ventilatieroosters.
Weerstand tegen brandoverslag en branddoorslag (WBDBO) kan worden behaald door voldoende afstand te houden tot het gebouw. Bij de positionering van de roosters dient daar rekening mee te worden houden! Uiteraard is opslag van goederen nabij de roosters niet gewenst. De sprinklerpompkamers zijn uiteraard van sprinklers voorzien.
De EN-NEN 12845 + NEN1073 schrijft diverse oplossingen voor om de brandwerendheid te verkrijgen. In volgorde van voorkeur:
a) een apart gebouw;
b) een gebouw grenzend aan een gesprinklerd gebouw met directe toegang van buiten;
c) een ruimte in een gesprinklerd gebouw met directe toegang van buiten.
Advies
Bij toepassing van een diesel gedreven pompset zijn ventilatieroosters noodzakelijk. Bij voorkeur in tegenover elkaar liggende wanden, één hoog gepositioneerd en één laag gepositioneerd. In die situatie ontstaat er, zodra de motor aanslaat, een natuurlijke “trek”, die voor zowel verse verbrandingslucht zorgt als voor het afvoeren van de warmte in de pompkamer.
Het is belangrijk om rekening te houden met de eerder aangegeven WBDBO eisen. Ook dient plaatsing van ventilatieroosters zodanig te zijn, dat uitlaatgassen van de dieselmotor(en) niet gemakkelijk in de pompkamer kunnen komen.
Bij het bepalen van de afmetingen van de roosters dient de luchtsnelheid kleiner dan 8 m/sec te bedragen. Bij het ontwerp is het advies om uit te gaan van een snelheid van maximaal 5 m/sec in verband met het voorkomen van bijgeluiden zoals fluiten en suizen.